COVID-19

SAMEN STRIJDEN TEGEN HET CORONAVIRUS


Waarom al die maatregelen omtrent COVID-19?


D2 Ontwikkeling heeft kennis en oplossingen rondom COVID-19 die u kunnen helpen bij uw huisvestingsvraagstukken.
In dit artikel wordt het verschil uitgelegd tussen alle termen die worden gebruikt, hoe de verspreiding van het virus in zijn werk gaat en waarom sommige maatregelen effectief zijn en waarom sommige maatregelen minder of niet effectief zijn.

R.J.R. Noor MSc. is consultant bij D2 ontwikkeling op het gebied van contamination control en hotfloor faciliteiten. Hij is expert op het gebied van gecontroleerde omgevingen en gespecialiseerd in de gezondheidszorg. Hij treedt op als opdrachtgever en consultant voor ziekenhuizen met verandervraagstukken in de gecontroleerde omgeving zoals een OK-complex, CSA, isolatiekamers en beeldvormende technieken. Bij de ontwikkeling van nieuwe werkwijzen en processen kijkt hij ook naar andere werkvelden om die kennis toe te passen binnen de gezondheidszorg.

Naast zijn werk als consultant is hij bestuurslid bij de Vereniging Contamination Control Nederland (VCCN). Binnen het bestuur is hij voorzitter van de commissie Lezingen & Conferenties. Binnen deze commissie is het delen van kennis op het gebied van Contamination Control de doelstelling. Als voorzitter moet hij de inhoud medebepalen en bewaken dat alle doelgroepen voldoende aan bod komen. Daarnaast is hij lid van een aantal werkgroepen die zich bezig houdt met de ontwikkeling en updaten van diverse richtlijnen binnen de gezondheidszorg en is hij betrokken bij wetenschappelijk onderzoek op het gebied van contamination control in de zorg.


COVID-19 en wat doet het met ons?




In de afgelopen maanden heeft een virus SARS-CoV-2 de wereld in haar greep gehad. Het virus zorgde voor een COVID-19 pandemie waar iedereen mee te maken heeft gehad. Tijdens de pandemie hebben veel onderzoekers en deskundigen onderzoek gedaan naar diverse aspecten van het virus en de gevolgen daarvan. In de media wordt continue gesproken over de corona crisis. Door het gebruik van alle verschillende termen is het niet meer duidelijk wat met welk begrip wordt bedoeld.

Mensen beginnen ook moe te worden van alle maatregelen zoals afstand houden en handhygiëne. Bij het begin van de pandemie werden winkelwagentjes in de supermarkt voor je schoon gemaakt. Nu moet je zelf je winkelwagentje schoonmaken. Bovendien raakt iedereen dezelfde spullen aan om schoon te maken waardoor het effect verminderd.

Desondanks hebben veel mensen de neiging om meer bij elkaar te komen en dichter op elkaar te zitten dan de 1,5 meter afstand. Om de pandemie te beheersen en het virus te bestrijden blijft het noodzakelijk om de maatregelen in acht te nemen.

In dit artikel probeer ik meer uitleg te geven over de verschillende vormen van overdracht en begrippen.



COVID-19

Corona is een verzamelnaam voor een groep virussen die influenza veroorzaakt. SARS-CoV-2 is de benaming van het virus wat de ziekte COVID-19 veroorzaakt. Het SARS-CoV-2 virus is onderdeel van de corona familie net als een “gewone verkoudheid”. Als mensen besmet zijn met het SARS-CoV-2 virus kunnen zij COVID-19 krijgen maar het is ook mogelijk dat een persoon of dier alleen drager is van het virus en dit overdraagt aan andere personen die ziek worden.

In de gezondheidszorg is het normaal dat rekening wordt gehouden met bacteriën en hoe daar mee om te gaan. Een virus is een ander soort besmetting waarbij het virus zich anders gedraagt dan een bacterie. Tot 2020 werd in ziekenhuizen sterk gekeken naar vervuiling door bacteriën omdat deze wondinfecties kunnen veroorzaken. In de huidige pandemie hebben we geleerd dat ook dit virus een vervelende impact kan hebben op de gezondheidszorg. Om die reden moeten we naast bacteriën ook naar virussen kijken. Daarbij kan het noodzakelijk zijn om aanvullende maatregelen te nemen.



Bacteriën en virussen

Bacteriën en virussen verschillen namelijk op een aantal vlakken. Zo heeft een virus altijd een drager nodig omdat het een pakketje erfelijk materiaal (RNA) met een eiwit schild betreft. Het virus koppelt zich vervolgens aan een gastheer en zal zich vermenigvuldigen. Na vermenigvuldigen zal het oorspronkelijke virusdeeltje afsterven. Een virus kan zonder gastheer wel een tijd overleven maar kan zich niet vermenigvuldigen.

 

Bacteriën kunnen wel overleven en vermenigvuldigen buiten een drager. Daarnaast zijn de afmetingen van bacteriën anders dan van virussen. Bij een bacterie wordt uitgegaan van een afmetingen ± > 2 µm. Een virus heeft een veel kleinere afmeting. Het SARS-CoV-2 virus heeft een afmeting van ongeveer 0,12 µm. Omdat het virus een drager nodig heeft zal de minimale afmeting van een viruspakketje ongeveer 0,4 µm en groter zijn.

 

Het SARS-CoV-2 virus kan op verschillende manieren worden overgedragen op mensen. Een virusdeeltje op een oppervlakte kan tot wel 3 dagen infectueus blijven. Bij aanraking kan dit leiden tot een besmetting. Om die reden is hygiëne heel belangrijk. Door vaak en goed met zeep te wassen en te desinfecteren kunnen virusdeeltjes minder snel iemand besmetten.

Verspreiding van het SARS-CoV-2 virus kan op 3 manieren plaatvinden. Deze manieren zijn:

 

  • Via contact met een vervuild oppervlak;
  • Via druppels (> 5 µm) in de lucht;
  • Via aerosolen (< 5 µm) in de lucht.

 

Voor de besmetting via druppels en oppervlakten is inmiddels wetenschappelijk bewijs. Voor de besmetting met aerosolen is geen of beperkt wetenschappelijk bewijs. Wel is het aannemelijk dat dit ook een besmettingsroute is waar rekening mee gehouden moet worden. Vanuit de kennis op het gebeid van deeltjes en bacterien is bekend dat ook aerosolen zich via de lucht verspreiden en niet meteen neerslaan onder bijvoorbeeld de invloed van zwaartekracht.


Verspreiding door contact

Het virus bevindt zich in een pakketje met een eiwit omhulsel op een oppervlakte. Doordat iemand met zijn lichaam, meestal de handen, dit oppervlak aanraakt en vervolgens met dat lichaamsdeel ogen, neus of mond aanraakt kan het virus in het lichaam komen. Om te voorkomen dat het virus via contact een lichaam kan binnendringen en COVID-19 kan veroorzaken is handhygiëne en oppervlaktereinheid van groot belang.

 

Iedereen kan zelf veel maatregelen nemen om contact besmetting te voorkomen. Door regelmatig handen te wassen met zeep kan verspreiding via handen beperkt worden. Het is daarbij belangrijk dat goed en lang genoeg de handen worden gewassen. Mensen zijn snel geneigd om kort de handen te wassen. De WHO geeft in haar richtlijnen aan dat het handenwassen minimaal 1 minuut en 20 seconden moet gebeuren waarbij alle plaatsen op de huid geraakt worden met zeep.

Naast handhygiëne is oppervlaktereinheid van groot belang. Als een oppervlakte niet vervuild is, kan ook geen overdracht plaatsvinden. Het SARS-CoV-2 virus kan op diverse oppervlakte gedurende langere tijd besmettelijk blijven. Bij een ruimtetemperatuur van 20 ⁰C is de overlevingskans per materiaal:

Oppervlaktemateriaal

Overlevingsduur

Staal

3 tot 28 dagen

Aluminium

2 tot 8 uur

Papier

4 tot 5 dagen

Glas

4 tot 5 dagen

Plastic

6 tot 9 dagen

PVC

5 dagen

Siliconen

5 dagen

Latex

8 uur

Overige materialen

5 dagen

Gegeven de overlevingsduur van het virus is oppervlaktereinheid belangrijk naast handhygiëne. Voor oppervlakten is het belangrijk dat deze worden gereinigd en gedesinfecteerd. Bij reiniging dienen water en schoonmaakmiddelen gebruikt te worden. Dit schoonmaken dient te geburen met een schone doek. Het doekje wat bij een gemiddeld huishouden op het aanrecht is, geldt niet als schoonmaakdoekje omdat dit vaak meerdere keren wordt gebruikt en vol met vervuiling zit. 

Schoonmaken met een schone doek is belangrijk om ook daadwerkelijk vuil te verwijderen en niet alleen te verplaatsen.

 

Na het schoonmaken dient het oppervlakte te worden gedesinfecteerd. Uit onderzoek is gebleken dat desinfecteren met alcohol een adequaat middel is. Daarbij is het belangrijk dat de alcohol concentratie tussen de 61 % en 71 % ligt. Daarnaast is gebleken dat waterstofperoxide een effectief middel is om te desinfecteren. De concentratie waterstofperoxide dient dan > 0,5 % te zijn. In deze gevallen zal het virus binnen 30 seconden afsterven en geen gevaar meer vormen voor besmetting.

Naast het desinfecteren met vloeistoffen kan ook desinfectie met UV-licht plaatsvinden. Door de toepassing van UV-licht zullen virussen en bacteriën dood gaan en geen gevaar meer vormen.


Het reinigen en desinfecteren dient wel regelmatig plaats te vinden. Als een oppervlakte opnieuw is aangeraakt door personen of mensen hebben in de nabijheid gestaan, dan is opnieuw een risico van besmetting aanwezig en dient het oppervlak opnieuw gereinigd en gedesinfecteerd te worden.

 


Verspreiding door druppels

Als een mens ademt, praat, hoest, niest, zingt of schreeuwt dan komen daarbij duizenden druppels vrij. Deze druppels volgen de luchtstroom vanaf de bron. Tijdens de vlucht door de lucht zal een deel van het vocht verdampen waardoor de afmetingen van deeltjes afneemt. Afhankelijk van de afmetingen van de deeltjes zullen deze door de zwaartekracht naar beneden vallen. Ieder druppeltje kan een virus bevatten en op die manier worden verspreidt.


Bij ademen en praten zal een druppeltje een beperkte snelheid hebben en de meeste druppels zullen binnen 1,5 meter door zwaartekracht naar de grond worden gebracht. Als iemand schreeuwt of zingt zal de snelheid waarmee het druppeltje de mond verlaat hoger zijn. Het gevolg is dat de druppel meer dan 1,5 meter nodig heeft om op de grond te komen. De afstand is daarbij afhankelijk van de snelheid van het druppeltje. Bij niezen kan een druppel een nog hogere snelheid krijgen. Het gevolg is dat, zonder afscherming, druppels wel 12 meter van de persoon op de grond terecht komen.

 

Om besmetting via druppels te voorkomen is het dus belangrijk dat afstand wordt bewaard. Daarbij is de 1,5 meter afstand voldoende bij gewoon contact tussen mensen om het risico op besmetting te minimaliseren. Als mensen zingen, schreeuwen of niezen dan is een grotere afstand van belang.

 


Verspreiding door aerosolen

Van de eerste 2 manieren van besmetting zijn inmiddels wetenschappelijke bewijzen dat dit plaatsvindt. De besmetting via aerosolen is niet wetenschappelijk aangetoond maar kan niet worden uitgesloten. Op basis van studies omtrent aerosolen is veel bekend over het gedrag van aerosolen en moet geconcludeerd worden dat ook hier een risico is op besmetting. Omdat het virus ook in de lucht enkele uren kan overleven dient hier rekening mee gehouden te worden.

 

Aerosolen verspreiden zich door de lucht en door een geringer gewicht zullen de aerosolen minder onderhevig zijn aan zwaartekracht. Het verwijderen van aerosolen kan door goede ventilatie worden gerealiseerd. Bij ventilatie met voldoende verse buitenlucht kunnen aerosolen worden verwijderd. Daarbij is een theoretisch risico dat aerosolen met het virus via de luchtstroom terug in een ruimte worden gebracht. In de praktijk zal dit risico beperkt zijn omdat de verse lucht door kanalen, filters, kleppen en ventilatoren moet gaan. De kans dat een aerosol daar zonder aanraking van iets door komt is zeer gering. Om die reden is het ook lastig om aan te tonen dat een virus deeltje via die weg voor besmettingen zorgt. Wel is het van belang dat een ruimte goed wordt geventileerd waarbij niet alleen de luchthoeveelheid maar ook de verdeling een belangrijke factor is.

 

Omdat de kans op besmetting wel aanwezig is, dient deze vorm van besmetting wel bekeken te worden. Als namelijk in een ruimte beperkte of geen ventilatie aanwezig is, zal de lucht langer aanwezig blijven waardoor besmetting wel kan ontstaan.

 

Op basis van de kennis van aerosolen is de kans op verspreiding van SARS-CoV-2 door een ventilatiesysteem beperkt. Wel is duidelijk dat besmetting in slecht geventileerde ruimten een groot risico vormt. Een plaats waar veel mensen verblijven in slecht geventileerde ruimte is bijvoorbeeld thuis. Een gemiddeld huis wordt niet of nauwelijks gecontroleerd geventileerd met verse buitenlucht. Dit is ook zichtbaar in het aantal besmettingen wat nu in huiselijke kring toeneemt. Bij deze besmettingen is het niet duidelijk of dit druppels of aerosolen zijn.

Om het risico te minimaliseren is ventilatie met verse buitenlucht noodzakelijk. Daarbij dient de hoeveelheid verse buitenlucht wel voldoende te zijn. De aangegeven hoeveelheden in het bouwbesluit zijn minimale hoeveelheden die in dit geval te beperkt zijn voor voldoende verversing. Bij ventilatie gaat het er om dat een ruimte een aantal malen per uur wordt ververst met verse buitenlucht. Daarnaast is het belangrijk dat de ventilatie ook zorgt voor een doorspoeling van de volledige ruimte. Als in een ruimte hoeken zijn waar geen of nauwelijks verversing aanwezig is, dan blijft het risico op besmetting aanwezig. Hierbij geldt dat het openen van ramen en deuren een beperkte vorm van ventilatie is. Om goed te ventileren is het van belang dat een gecontroleerd ventilatiesysteem aanwezig is die continue verse lucht inbrengt.

 

 

Mond / neusmaskers

Op diverse plaatsen en in diverse landen worden mond-/neusmaskers geëist. Daarbij is het van belang dat het juiste masker op de juiste wijze in de juiste situatie wordt gebruikt.

Bij een mond-neusmasker zijn een aantal factoren van belang die bepalen of een masker voldoende bescherming geeft:

 

  • Pasvorm
  • Vochtdoorlatendheid
  • Filtercapaciteit

 

Deze 3 factoren dienen aan bepaalde eisen te voldoen voordat een masker een classificatie krijgt. Bij de classificatie wordt naar verschillende maskers gekeken. We kennen de “niet medische” maskers die ook chirurgische masker worden genoemd. Dit zijn maskers die moeten voorkomen dat deeltjes worden verspreidt. De maskers dienen dan wel goed over mond en neus te worden gedragen en aansluiten op het gelaat. Als dit niet het geval is dan zal nog steeds een risico op verspreiding bestaan.

 

Daarnaast zijn er de “medische” maskers die ook FFP maskers worden genoemd. Deze maskers beschermen de drager voor inhalering van vervuilde lucht. Deze maskers worden gebruikt door personeel wat patiënten, met COVID-19, behandeld.

 

Uit diverse testen is gebleken dat mond-neusmaskers vaak niet goed functioneren. In veel gevallen heeft dit te maken met de aansluiting van het masker op het gezicht. Zodra een masker niet goed aansluit, kunnen druppels en aerosolen langs het masker in de ruimte komen en een besmetting veroorzaken. Het dragen van een mond-neusmasker heeft alleen effect als deze op de juiste wijze wordt gedragen en na gebruik wordt vernietigd.



Risicofactoren voor besmetting

De kans op besmetting is groter in de volgende situatie.

  • Mensen komen in contact met vuile oppervlakten. Omdat de deeltjes niet zichtbaar zijn en mensen dus niet weten of zij in contact zijn geweest met het virus is het zaak dat goede handhygiëne aanwezig is en het contact met ogen, neus en mond wordt beperkt of niet gebeurt.
  • Mensen die in een afgesloten ruimte verblijven. Het risico op contact met besmette deeltjes en aerosolen wordt groter doordat invloeden van buiten niet aanwezig zijn.
  • Mensen verblijven in een ruimte die slecht is geventileerd. Ventilatie met verse buitenlucht zorgt voor de afvoer van vervuiling in de lucht. Door een slechte ventilatie kunnen deeltjes en aerosolen langer in de ruimte aanwezig blijven waardoor het risico toeneemt.
  • Mensen die langere tijd bij elkaar zijn. Als mensen langer bij elkaar zijn en iemand is besmet met het virus, zal de kans op overdracht toenemen. Doordat mensen een langere tijd bij elkaar zijn wordt iemand langer blootgesteld aan het virus en neemt de kans op besmetting toe als een besmet persoon aanwezig is.
  • Bij zingen en juichen komen meer deeltjes en aerosolen vrij. Daarnaast zullen de deeltjes en aerosolen ook verder komen doordat de kracht waarmee deeltjes de mond verlaten groter is.


Mogelijke oplossing om risico’s te beperken

Iedereen kan gelukkig maatregelen nemen om het risico op besmetting te beperken. Door de volgende adviezen in acht te nemen zal het risico afnemen. Dit is geen garantie dat er geen besmetting volgt maar wel is duidelijk dat het risico dan wordt beperkt.

  • Was handen regelmatig en goed.
  • Houdt afstand tot andere mensen, minimaal 1,5 meter.
  • Vermijd drukke ruimten en plaatsen.
  • Verblijf niet of beperkt in ruimten waar geen of maar beperkte ventilatie aanwezig is.
  • Bij klachten thuis blijven en contact met andere personen vermijden.
  • Draag chirurgische mond-/neusmaskers, volgens de juiste wijze, als je geen risico van verspreiding wil zijn.